Zelf betrokken

Ergens in de geschiedenis van onze Westerse samenleving is het idee ontstaan dat de dood iets engs is, iets wat je uit het zicht zou moeten houden. Ik vind dat jammer. Iemand begraven of cremeren is, hoe je het ook wendt of keert, gewoon een fysieke klus waar niets vreemds of engs aan is. Maar iemand moet het wel doen. Mensenhanden moeten een gat graven, een kist dragen, een oven aansteken.

Gat, kist, oven. Het zijn niet de woorden die je vaak leest bij uitvaartverzorgers. Maar ze laten wel zien wat er aan het gebeuren is. En als je ze aankijkt, die woorden, verliezen ze de afschrikwekkende klank die ze ten onrechte ooit kregen. Je gaat zien hoe mooi het is, om met die woorden ook de dood zelf aan te kijken, niet weg te hollen van hem, maar hem te begroeten en te doen wat hij vraagt. Het geeft het leven een heldere scherpte als je in deze tijd dit proces bewust ondergaat. De wereld staat stil, en mensen doen gewoon boodschappen op de markt. Zoiets, misschien.

Het ‘zelf doen’ van veel dingen die vaak onzichtbaar blijven bij uitvaarten, kan van grote symbolische waarde zijn. Iemand afleggen. Aangifte doen, tegen een ambtenaar zeggen: ‘Mijn moeder is dood.’ Een kist optillen met zes man tegelijk, hem in de grond laten afdalen of in een oven schuiven. Het vraagt kracht en moed om het zelf te doen, en misschien doet het wel pijn, maar het maakt het leven ook ‘rond’ en ‘af’.

Voor mij is dit het nieuwe omgaan met sterven: de dingen niet uit de weg gaan, maar ze bewust en liefdevol tegemoet treden. Het kan zijn dat u helemaal niet zit te wachten op dit soort concrete handelingen, maar dat u juist de voorkeur geeft aan wat meer afstand – dan is dat ook goed. We zoeken in alle rust samen naar die ene manier van handelen waar u zich gelukkig bij voelt.

uitvaart crematie begrafenis deventer